Alternatieve geneeswijzen zijn de niet-officiële geneeswijzen die niet aan de Nederlandse reguliere universiteiten worden onderwezen en die alle vormen van diagnostiek (stellen van diagnose en/of medisch onderzoek) en therapie (behandeling) kunnen bevatten. Tot de bekendste alternatieve geneeswijzen behoren o.a. homeopathie, fytotherapie, orthomoleculaire therapie, acupunctuur, bloesemremedie- en aromatherapie in de natuurgeneeskunde, paranormale geneeskunde, manuele therapie, ontspanningstherapie en bijvoorbeeld de antroposofische geneeskunde (gebaseerd op de theorieën van Rudolf Steiner).
Vraag naar alternatieve geneeswijzen
Ruim twee miljoen mensen maken jaarlijks gebruik van alternatieve geneeswijzen. Jaarlijks zijn er meer dan vijftien miljoen afspraken tussen alternatieve therapeuten en cliënten. Zo’n twintigduizend alternatieve genezers zijn in Nederland praktiserend en de helft van deze therapeuten hebben zich georganiseerd in een beroepsorganisatie. De Nationale Raad voor de Volksgezondheid heeft becijferd dat aan alternatieve geneeswijzen jaarlijks meer dan driehonderd miljoen euro wordt besteed.
Waarom alternatief?
Redenen waarom een cliënt naar een alternatieve therapeut gaat, zijn o.a. dat de genezing van de reguliere behandeling niet voldoet, een slechte relatie met de (huis)arts, aversie van medisch technische behandelingen, geen gebruik willen maken van chemische geneesmiddelen of levensovertuiging.
Energetische toepassing
De natuurgeneeskunde heeft als basis dat uitsluitend de geneeskracht die van nature aanwezig is (de genezende kracht (potentie) van het lichaam van de cliënt, zijn eigen organisme) wordt aangezet om genezing te laten ontstaan. Bij de behandeling gaat de natuurgeneeskundige uit van het energetische idee over de harmonieuze verdeling van de energie over het gehele menselijk lichaam. Daarbij zal de natuurgeneeskundige overigens nooit schadelijke of sterk werkende middelen toepassen.
Holistisch principe
De natuurgeneeskundige neemt bij zijn verzorgingsmethode voortdurend het natuurfilosofisch principe als uitgangspunt. Dat richt zich in de eerste plaats op het totale welbevinden, zowel lichamelijk als geestelijk, van de cliënt. Omdat het in de natuurgeneeskunde gaat om een juiste werking van het organisme in zijn totaliteit, richt de aandacht van de natuurgeneeskundige zich dan ook in eerste instantie op de mens als geheel. Deze holistische toepassing gaat dus uit van de totaliteit van de cliënt, zodat niet alleen het zieke lichaamsdeel aandacht krijgt, maar de mens als geheel.